![]() |
![]() |
D'un sirventes
far en est son que m'agenssa, No.m vuolh plus tarzar ni far longa bistenssa, E sai ses doptar qu'ieu n'aurai malvolenssa, si fas sirventes dels fals, mal apres, De Roma, que es caps de la dechansenssa, On dechai totz bes. Roma trichairitz, cobeitatz vos engana, C'a vostras berbitz tondetz trop de la lana. Lo Sains Esperitz, que receup carn humana, Entenda mos precs E franha tos becs Roma, no m'entrecs, car es falsa e trafana Vas nos e vas Grecs. Roma, ben ancse a hom auzit retraire Qu.el cap sem vos te per que.l faitz soven raire, Per que crug et cre qu'ops vous auria traire, Roma del cervel, Quar de mal capel Etz vos e Cistel, qu'a Bezers fesetz faire Mout estranh mazel Rom'ab fals sembel tendetz vostra tezura E man mal morsel manjatz, qui que l'endura, Car' avetz d'anhel ab simpla gardadura. Dedins lop rabat, Serpen coronat De vibr'engenrat, per qu.el diable.us aura Coma.l sieu privat. |
Om
een sirventes te maken op deze
melodie die me bevalt, wil ik niet meer wachten en niet langer dralen, En ik weet zonder twijfel, dat ik er groot nadeel van zal hebben, wanneer ik een sirventes maak over de ongemanierde bedriegers uit Rome, leidend voorbeeld van het verval. Daar waar al het goede wegkwijnt. Rome, bedrieger, gierigheid misleidt u, Van uw schapen scheert u te veel wol. De heilige geest, tot vlees wedergekeerd, verhoor mijn gebed, en verbrijzele jouw bek Rome, geen vrede met mij, want je bent vals en bedriegt Jegens ons en de Griek. Rome, vaak heeft men horen zeggen dat bij jullie het hoofd ontbloot hoort, daarom laten jullie het vaak scheren, Daarom, volgens mij, dat wat bij jullie weg te halen valt Rome, is het verstand, want vals getooid zijn jullie en Citeaux, zij die in Beziers een vreselijke slachting lieten uitvoeren. Rome, met bedriegelijk vermaak spreidt u uw netten uit, en menig kwaad stuk eet u van degene die tekort heeft want u, een lam van eenvoudige aangezicht, heeft vanbinnen een valse wolf, een gekroonde serpent door een adder voortgebracht en daarom zal de duivel u beschouwen als een de zijne. |